FF Lezen: Schaal, Geoffrey West

/ /

0 C020 AE4 6 AE6 4 E27 B73 A F02270 DB4559 1 105 c

Jo Martens, ondernemer, strategist én optimist

Ik ben een rationele optimist door te doen. Een bezielde ondernemer door te zijn. Door mijn ervaring in tech start-ups en digital agencies begeleid ik de laatste jaren vooral grotere organisaties bij het uitwerken en uitvoeren van hun strategie. Hiervoor ga ik met directies en klanten steeds op zoek naar wat waar is en wat echt is.


Hi Jo! Over welk boek hebben we het vandaag?

"Schaal" van Geoffrey West.

Voor wie denk je dat het boek geschikt is?

Voor ondernemers, architecten, politici en investeerders.


Waarom heb je voor dit boek gekozen?

Ik vermoed dat het een cadeau was voor m’n verjaardag, het is al een heel tijdje geleden. Ik weet niet meer van wie, but it was a match! Het begrip ‘scale’ kende ik vooral in de context van enerzijds 'scale-up' bedrijven, bedrijven die exponentieel doorgroeien na een ‘start-up’ fase. Maar ook van de ‘economies of scale’ van grote bedrijven waarbij de productie cost-per-unit steeds zakt omdat de productievolumes stijgen en de vaste kosten gelijk blijven.

Schaal Geoffrey West

Ik was dus wel benieuwd naar de wiskundige blik van een theoretisch fysicus op het concept ‘schaal’. West beschrijft met heel eenvoudige voorbeelden universele wetten over schaal die toepasbaar zijn op levende wezens, steden, economieën en bedrijven.

Een voorbeeld van zo’n systematische schaalwet is hoe steden zich gedragen als een superorganisme, waarbij ze voorspelbaar opschalen met het toenemen van de bevolking. Zo heeft een stad die in grootte verdubbelt, niet dubbel zoveel infrastructuur nodig (wegen, elektriciteit, …), maar 15% minder dan een verdubbeling. Voor innovatie (octrooien, R&D) is het net het omgekeerde, een verdubbeling in grootte geeft niet dubbel zoveel maar nog 15% extra output. En dat bij iedere verdubbeling. Grotere steden zijn dus efficiënter en innovatiever. Wat me daarbij fascineert is dat dit niet ‘by design’ is, er is niemand die beslist dat het zo is, of bepaalde design beslissingen neemt - it just happened - en het gebeurt nog iedere dag.

West vormt een ‘grand theory’, zijn inzichten over systematische schaalwetten uit de fysica en biologie zijn volgens hem ook toepasbaar voor steden en bedrijven. En over die claim is er in de wetenschappelijke wereld heel wat discussie, vooral van z’n wetenschappelijke peers in de economie en urbanistiek. West beschrijft correlaties en dat zijn daarom nog geen oorzakelijke verbanden die z’n ‘grand theory’ ondersteunen. Maar laat dat het plezier van het lezen niet in de weg staan, ik heb intellectueel gesmuld van een wetenschapper die over de muurtjes heen kijkt en disciplines met elkaar probeert te verbinden. Het is net die verbinding en systemische blik die we nodig hebben, stelt hij, om de grote uitdaging van ons antropoceen tijdperk aan te gaan. Als uitsmijter: “The future of the planet depends on the future of the cities”. En meer ga ik niet verklappen.



Wat zijn jouw 3 key learnings uit dit boek?

1. Big corporates zijn sublineair. We kennen de voorbeelden uit de bedrijfswereld, een verdubbeling in grootte van een bedrijf zorgt er niet voor dat de HR ondersteuning ook ineens verdubbelt. Bedrijven volgen een sublineair patroon waarbij iedere verdubbeling tot 15% efficiëntiewinsten leidt. Maar ook wij, zoogdieren leven volgens een ‘economy of scale’ principe. Bij een verdubbeling in grootte worden we 25% efficiënter in energieverbruik. Daarom klopt een muizenhartje 500 keer per minuut in rust, dat van ons ca 70 keer en komt een walvis toe met 10 slagen per minuut. Maar alle harten hebben hetzelfde einde voor ogen: 1,5 miljard keer kloppen over de volledige levensduur. De olifant met het traag kloppende hart leeft dus langer dan de muis met het nerveus tikkende hartje. En dat geldt ook voor bedrijven. Ook bedrijven hebben een beperkte levensduur (in tegenstelling tot steden, die maar blijven groeien).

2. Scale-ups zijn superlineair. West stelt dus dat bedrijven over hun volledige levensduur sublineair zijn, dat ze vooral inzetten op economies of scale en dan uiteindelijk sterven. Dit standpunt (of beter, hypothese, he is a die hard scientist) is omstreden. Ik zou durven stellen dat scale-ups superlineair zijn, ze groeien exponentieel en bieden net als steden meer creatieve output per unit als ze groeien. Dit staat niet zo expliciet in het boek, maar het is wel mijn ‘learning’ die ik heb kunnen maken door inzichten uit dit boek te knopen aan andere kennis en persoonlijke ervaringen.

3. Steden als eenheid van verandering. In 2050 leeft 75% van de reizigers in spaceship Earth in de stad. Ik leef ook in de stad, in Brussel. Het doet me denken en het voedt m’n denken. Alles komt er voor mij samen, de stad bespringt me, pakt me bij de nek. De grote vraagstukken van energie, mobiliteit, huisvesting, zorg, werk, … zijn geen anonieme concepten maar je kijkt ze in de ogen. De ogen van de mensen die je dagelijks kruist, je buren, de passanten, de bezoekers. West beroert met z’n boek niet zozeer m’n hart maar prikkelt vooral m’n geest en geeft conceptuele taal aan dat belang van de stad en hoe we haar verder laten ontwikkelen. Het doet me wel nadenken over welke rol ik wil opnemen in die stad, als burger en als ondernemer.


💡 Meer inspiratie, inzichten, key takeaways en best practices? Abonneer je op onze 2-wekelijkse nieuwsbrief FF Inspireren; no sales (!) enkel inspiratie over ondernemen, HR, communicatie, leiderschap en employer branding.

ABONNEER JE HIER


Heb jij een boek gelezen of podcast geluisterd die je echt iedereen aanraadt? Of net eentje dat niet aan de verwachtingen voldeed?

GEEF 'M DOOR